Er is maar een soort grasparkiet. Alle benamingen die u misschien tegenkomt zoals 'Engels', 'Amerikaans' of 'Australisch' zijn toch allemaal Melopsittacus undulates.
Als er wordt gesproken over de ‘Australische parkiet’ dan worden hiermee de parkieten uit Australië bedoeld (die sinds 1894 niet meer mogen worden geëxporteerd) die sterk lijken op hun wilde voorouders en ongeveer even groot zijn. 'Amerikaanse parkieten' (of pet parakeets zoals ze in de VS doorgaans worden genoemd) zijn iets groter dan de Australische parkiet, al lijkt hun algemene vorm nog sterk op de originele wilde vogels. 'Engelse parkieten' zijn beduidend groter en hebben meer variatie in de lengte en dikte van de veren. Engelse en Amerikaanse parkieten komen, ondanks hun naam, overal ter wereld voor.
Eén soort maar veel variaties
Binnen deze drie brede groepen parkieten komen een aantal variaties voor en meerdere kleuren (dit zijn geen afzonderlijke rassen). Er heeft geen kruising plaatsgevonden tussen verwante soorten om bijvoorbeeld een nieuwe vorm tot stand te brengen. Ook is de genenpoel vrij beperkt waardoor er slechts een paar variaties zijn wat betreft formaat en kleuren (anders dan bijvoorbeeld kippen, waar veel genetisch van elkaar verschillende rassen voorkomen hoewel ze allemaal afstammen van de Gallus gallus). Dus of uw parkiet nu groter is dan gemiddeld of een mooie bos veren op zijn kopje heeft, hij zal er nog altijd overduidelijk uitzien als een parkiet wat betreft vorm, beweging, zang en gedrag.
Reacties
Er zijn nog geen reacties