Ongedierte in parkietenvoer

Parkietenvoer moet altijd van de beste kwaliteit zijn. Zolang u het voer koopt van een betrouwbare bron en het droog wordt bewaard, en het verse voer echt vers is, dan kan er eigenlijk weinig mis gaan. Maar er zijn een paar dingen waarop u moet letten bij het bewaren van de voorraad droogvoer. Parasieten en schimmels bederven niet alleen de voorraad, het kan ook schadelijk zijn voor uw vogels.

Een tribolium

Als u de plek waar u uw parkieten zadenmix koopt niet zorgvuldig kiest - of als u thuis niet hygiënisch genoeg bent of gewoon pech heeft - kan het zijn dat u met een voorraad besmet voer eindigt. De eitjes en larven van een aantal veelvoorkomende parasieten zijn aanvankelijk niet altijd meteen zichtbaar. Ook zult u misschien denken dat er weinig mis kan gaan met droogvoer en zaden. Toch is het belangrijk het voer altijd goed te inspecteren.

Ongedierte in parkietenvoer

Als u kleine beestjes ziet kruipen door graan of zaden, dan heeft u te maken met een flinke invasie van kevers of andere ongewenste insecten. Als het voer dat u (goedkoop) heeft gekocht vochtig of muf ruikt, gooi het dan weg en breng de verkoper ervan op de hoogte. Ligt de fout bij hen of komt het door de manier waarop u het voer heeft opgeslagen?

Heeft u het vermoeden dat er sprake is van ongewervelde indringers? Een manier om hier achter te komen is door een afgesloten pot gevuld met het zaad in direct zonlicht te plaatsen (dit is alleen mogelijk als er voldoende zon is). Mocht het voer besmet zijn, dan zullen de indringers oververhit raken en zich aan de binnenkan van de deksel schuilhouden. Kevers zullen zich meestal onderin de voedselcontainers begeven, en het is daarom verstandig elke keer dat de container bijna leeg is de inhoud ervan goed te controleren. Door de container grondig te reinigen kunt u voorkomen dat het probleem zich meteen weer zal voordoen.

Ken uw vijand- face-to-face met een kever

Veel insecten en schimmels zijn schadelijk voor parkieten. Bovendien bestaat er de kans dat de insecten zich verspreiden naar uw voedselvoorraden (bloem, rijst, etc.). Als u het probleem tijdig vaststelt kunt u uw voorraden redden door ze in te vriezen. Dit doodt de insecten maar heeft geen nadeling effect op de zaden.

Kevers in vogelzaad

Kevers in voer zijn vaak moeilijk te zien. Er zijn veel verschillende soorten binnendringers en de soort identificeren is minder belangrijk dan meteen actie ondernemen. Alle keversoorten zorgen voor hetzelfde probleem - bederven van het voer - en een remedie zal voor alle soorten werken.

Een van de grootste boosdoeners is de Oryzaephilus surinamensis. Met zijn lengte van slechts 1 tot 3 millimeter is hij niet altijd meteen zichtbaar. Deze vliegende kever kan graan ruiken op enkele kilometers afstand.

Andere veelvoorkomende profiteurs zijn de kleine meeltor (Tribolium confusum), een 4 millimeter lange, bruine tor met geel-witte larven; en de eveneens kleine kastanjebruine rijstmeelkever (Tribolium Castaneum), die ook dol is op specerijen en gedroogd fruit.

Ook de graanklander (Sitophilus granarius) en de rijstklander (Sitophilus oryzae) kunnen voor problemen zorgen. Deze snuitkevers kunnen tot 3 millimeter lang worden. Als u uw vogelvoer niet luchtdicht opbergt zal het een speeltuin worden voor deze kevers. Bekijk de graankorrels om te zien of er gaatjes inzitten waardoor de larve naar buiten is gekomen.

Sitophilus oryzae

Als u er op tijd bij bent, voordat er sprake is van een schimmelgeur en de hele voorraad bedorven is, kunt u de zaden 48 uur invriezen om de kevers te doden. Als snuitkevers het probleem zijn, haal dan de zaden na 48 uur uit de vriezer, laat het twee dagen staan, en vries het opnieuw in om de overlevenden uit te roeien. Maak ondertussen de plaats waar u het voer opbergt een grondige schoonmaakbeurt.

Motten in vogelzaad

Als u een draadachtige structuur in het graan ziet, dan kijkt u naar het werk van een larve van een graanmot (Sitotroga cerealella). De larven spinnen een zijden cocon voordat ze zich ontwikkelen tot volwassen motten.

Ook volwassen graanmotten, die wel een centimeter lang kunnen zijn, kunnen graan aantasten. Een andere boosdoener, ook ongeveer een centimeter lang is de bruine huismot (Hofmannophila pseudospretella). Deze mot komt veel voor in huishoudens in Europa (hoewel het een nieuwkomer is, die in de jaren 1840 meeliftte van India naar Europa). Beide mottensoorten leggen veel eitjes en al binnen een paar weken nadat de eerste motten uw huis zijn binnengevlogen zullen duizenden maden genieten van uw vogelvoer. Deze lichtbruine maden met rood-bruine kop zijn even groot als volwassen motten.

Meelmot

Sommige mensen die vogels houden redden door mot aangetast graan door het een paar dagen in te vriezen om de indringers te doden. De insecten zelf zijn niet giftig voor parkieten. Deze methode is prima, zolang de larven eitjes nog niet zijn uitgekomen - als het zaad al een 'draadachtige structuur' heeft gekregen, dan is het niet meer te redden.

Preventie is altijd de beste remedie. Als u uw parkieten binnenshuis houdt, houd dan alle oppervlakken schoon en vergeet niet om met de stofzuiger alle hoeken en gaten na te gaan. U kunt ook mottenvallen op basis van feromonen ophangen. Als u ervoor kiest om deze te gebruiken, houd ze dan buiten het bereik van rondvliegende parkieten, om te voorkomen dat de kleverige inhoud van de vallen op hun vleugels komt. Ook een kaars in een donkere kamer lokt motten: hun hersens geprogrammeerd om 's nachts naar licht te navigeren, en een kaars zal een grote, onweerstaanbare maan zijn met een nare verrassing als eindbestemming. Sommige eigenaren gebruiken een minder bloeddorstig middel, hoewel dit effectiever is voor de gewone kledingmot (Tineola bisselliella) dan voor de graanmot. Aanbevolen ingrediënten zijn laurier, kaneel, kruidnagel, eucalyptus, gedroogde citroenschil en zwarte peperkorrels.

Mijten in vogelzaad

Als uw voorraad vogelvoer een schimmelachtige geur heeft maar u geen kevers of motten ziet, dan kan het zijn dat er sprake is van mijten. Meelmijt (Acarus siro en Tyrophagus putrescentiae, usually) zijn de meest voorkomende boosdoeners en kunnen dodelijk zijn voor parkieten als ze deze insecten binnenkrijgen. Deze kleine beestjes zijn al moeilijk te zien in bloem, laat staan in een zak met vogelzaad. Sommige zijn zelfs met het blote oog niet zichtbaar, al kan een schimmelachtige geur ze wel verraden.

Leg om te controleren op mijten een hoopje granen of zaden in een kleine kom of beker en maak de 'zijden' van de heuvel zo steil mogelijk. Als er mijten aanwezig zijn zullen ze door het graan bewegen als regenwormen in de aarde, en het afvlakken. Helaas is er geen andere mogelijkheid dan de voorraad weg te gooien en de plek waar u het bewaarde grondig schoon te maken.

Ongedierte in de volière

Als u uw vogels in de buitenlucht houdt, is dit een soort open huis voor allerlei ongewervelde dieren. Aan vliegen en wespen is niets te doen, en ze zijn niet echt een probleem. Mieren daarentegen vormen wel een probleem. Ze zullen zich aangetrokken voelen tot vers voedsel in de vogelkooi en kunnen zo talrijk worden dat ze voor problemen zorgen, vooral voor broedende vogels en kuikens. Parkieten zijn meestal geen insecteneters, dus ze kunnen het aantal mieren niet helpen beperken.

Mierengif is niet veilig om te gebruiken in de volière zelf. Wel kan het als een soort 'chemische grachtensingel' buiten de kooi worden gebruikt. Sommige eigenaren maken gebruik van kaneelpoeder, wat wel veilig is om in de kooi te gebruiken. Bovendien zou het kakkerlakken en tuininsecten op afstand houden. Hetzelfde zou gelden voor poedermeel, beendermeel, cayennepeper, kalk, houtskool, koffiedik en talk (geurloos). Komkommerschillen zijn ook het proberen waard.

Jonge parkieten in een volière

Een andere minder agressieve methode om mieren en kevers op afstand te houden is door ciderazijn en water te mengen, of geplette knoflook en water, en dit te sprayen op het mierenspoor. Citroensap is ook effectief. De spray is niet schadelijk voor de vogels (zolang u het niet rechtstreeks op de vogels sprayt). Besmet fruit, enz. moet worden weggegooid. Bekijk het probleemgebied een uur later en spray indien nodig opnieuw. Als u weet waar het mierennest zich bevindt kunt u hier mierengif neerleggen of er kokend water in gieten. Ze zullen terugkomen en het doel is dan ook voornamelijk preventie. de mieren terug naar hun nest kunt traceren, kun je ze met mierenstof afschieten of een tsunami kokend water op ze leggen.

Fruitvliegjes (Drosophila) zijn ook ongewenste gasten. En als u er een ziet, dan zal dit zich binnen een paar dagen uitbreiden tot een plaag. Met een fruitvliegen-val kunt u hun aantallen beperken. Zet bakjes met wijnazijn in de volière. Maar gaatjes in de deksel waardoor de vliegjes naar binnen kunnen komen. Ze zullen niet in staat zijn weer naar buiten te komen. Zorg er wel voor dat de deksel niet kapot kan worden gemaakt door uw parkieten. De inhoud is niet schadelijk voor ze maar het zal wel de gevangen vliegjes vrijlaten.

Als muggen een probleem zijn, dan is het zaak de bron aan te pakken. Muskieten-larven komen uit in stilstaand water - emmers, plantenbakken, tuinvijvers. Verwijder alle mogelijke waterbronnen. Een film van plantaardige olie op open water werkt ook: de larven kunnen hier niet doorheen komen en zullen verdrinken. Als je een sier-vijver heeft, houd hier dan goudvissen in, die de larven eten. Houdt u kikkers en salamanders in de vijver, dan zijn vissen geen goed idee. Zij zullen het ecosysteem ruïneren, omdat ze de amfibie-eieren verstoren.