Al sinds het midden van de negentiende eeuw worden parkieten als huisdier gehouden. Dit was minder dan een eeuw nadat de eerste parkieten door Europeanen in Australië werden gespot. Toen Britse matrozen na hun reis naar de oostkust van Australië met Captain James Cook in 1770 terugkeerden naar Engeland, spraken zij over zwermen kleine, groene vogels. Hun aantallen zouden zo groot zijn geweest dat het de zon verduisterde. Al hadden deze vogels nog geen naam, dit waren zonder twijfel grasparkieten.
Parkieten in het wild
De parkiet werd in 1805 toegevoegd aan de lijst van bekende vogelsoorten nadat George Shaw, assistent in het natural history department van het British Museum, de vogel voor het eerst beschreef voor de wetenschappelijke gemeenschap. Toch werd het eerste koppel parkieten pas in 1840 naar Engeland gebracht door de Engelse vogelliefhebber en kunstenaar John Gould. De vogels werden door Gould opgenomen in het werk 'Birds of Australia' dat hij in de jaren 1830 samenstelde. Hierin werden 681 Australische vogels beschreven, allen begeleid met een afbeelding in kleur. Tussen 1840 en 1848 werd het werk in 36 delen gepubliceerd, later werd het samengevoegd tot acht volumes.
Gould beschreef grasparkieten als “the most animated, cheerful little creatures you can possibly imagine”, waarbij hij tevens opmerkte dat ze goed eetbaar waren. Ook stelde hij dat de vogels zeldzaam waren. Mogelijk baseerde hij zich op een kleine vlucht, waardoor hij een vertekend beeld kreeg van de werkelijke populatie. Maar de schaarsheid die Gould opmerkte kan ook verband hebben gehouden met de uitbreiding van de Australische schapenteelt. Een parkiet is een vogel die zijn voer vindt op de grond, in de vorm van grassen en zaden. Met de komst van schapen (om maar te zwijgen over de Europese konijnen) bleef er weinig eten over voor parkieten.
Ondanks de relatieve schaarsheid in de negentiende eeuw in Australië, werd de parkiet al snel populair als volièrevogel in Europa. Gelukkig is nooit nagegaan of deze vogel nu echt zo smakelijk is.
Queen Victoria kreeg in 1845 een parkieten paar cadeau. Twintig jaar later werd de vogel in groten getale geïmporteerd in Europa. Gould merkte op dat elk schip dat Engeland vanuit zuid Australië bereikte parkieten aan boord had en dat hij een vogelhandelaar in Wapping had gezien die meer dan tweeduizend parkieten te koop aanbood.
Australië zag de inheemse populatie sterk dalen en verbood in 1894 de export van parkieten. In Amerika kwam de trend pas later op gang. In de jaren 1920 werden hier al parkieten gehouden, al werden ze pas echt populair vanaf de jaren 1950.
In Europa werd er succesvol met de vogels gekweekt. Aan het einde van de negentiende eeuw werden parkieten zowel door aristocraten als London cab drivers gehouden.
Reacties
Er zijn nog geen reacties