Honden vaccinaties

A puppy having its first injections in the scruff of its neck

Het is fantastisch om te zien hoe snel uw hond deel uit gaat maken van uw gezin. Het zal niet lang duren voordat u uw hond ziet als een kind dat u tegen de buitenwereld wilt beschermen. Net zoals u uzelf en uw kinderen inent tegen ziektes, is het ook belangrijk dat u uw hond vaccineert zodat hij immuun is voor een aantal hondenziekten.

Alle honden moeten tijdens de eerste weken van hun leven worden ingeënt om ze te beschermen tegen schadelijke ziektes zoals hondenziekte (ook ziekte van Carré of Canine Distemper genoemd), hepatitis, parvovirus, leptospirose en zelfs kennelhoest. Dit hoort de fokker te doen, maar maak altijd een afspraak met de dierenarts zodra u uw puppy thuisbrengt om zijn medische geschiedenis te controleren.

Na verloop van tijd heeft uw puppy booster vaccinaties nodig om immuun te blijven voor de genoemde ziektes. Uw dierenart kan u tijdens de eerste check van uw pup vertellen wanneer hij zijn herhaalvaccinaties moet krijgen.

Vaccinaties zijn de enige bewezen methoden om uw hond te beschermen tegen deze ziektes. Het is daarom erg belangrijk dat u uw hond op tijd laat vaccineren.

Waartegen beschermen vaccinaties uw hond?

Parvovirus
Hondenziekte (ziekte van Carré/Canine Distemper)
Para-influenza virus
Hepatitis
Leptospirose
Kennelhoest
Coronavirus
Canine Influenza

Wanneer moet u uw hond laten vaccineren?

Puppy’s uit hetzelfde nest dienen ongeveer gelijktijdig te worden ingeënt. Tijdens de eerste weken van het leven van uw puppy, wanneer hij wordt gevoed met moedermelk, is hij gedeeltelijk beschermd tegen infectieziekten. Hierna verlies uw pup deze bescherming echter en moet hij worden gevaccineerd.

Puppy’s mogen niet van hun moeder worden gescheiden voordat ze acht weken oud zijn. Uw pup dient tegen deze tijd zijn eerste twee vaccinaties te hebben gehad. Hierna heeft hij rond de leeftijd van twaalf en zestien weken nog twee vaccinaties nodig. Deze inentingen bieden bescherming tegen hondenziekte, hepatitis, het parvovirus, para-influenza virus en het coronavirus. Ook kan hij worden ingeënt tegen leptospirose.

Maak voor een algemene gezondheidscheck een afspraak met uw dierenarts zodra u uw pup voor het eerst thuisbrengt. Zo kan worden nagegaan welke inentingen uw pup al geeft gehad en welke hij nog nodig heeft. U kunt uw pup wanneer hij twaalf weken oud is ook vaccineren tegen de ziekte van Lyme. Deze inenting moet twee weken na de eerste injectie worden herhaald, en daarna jaarlijks.

Volg het advies van de dierenarts op over wanneer een vaccinatie gegeven dient te worden. Dit kan verschillen per ras, formaat en voor honden met gezondheidsproblemen. Hieronder vindt u een schema om u een algemeen idee te geven van het vaccinatieschema van een hond.

6 - 7 weken	Eerste combinatie vaccinatie - beschermt tegen hondenziekte (distemper), hepatitis, parvovirus, para-influenza virus en coronavirus
9 weken	Tweede combinatie vaccinatie
12 weken	Derde combinatie vaccinatie, vaccinatie tegen de ziekte van Lyme - na twee weken herhalen, daarna jaarlijks
16 weken	Laatste combinatie vaccinatie
Booster vaccinaties volwassen hond	Jaarlijkse vaccinatie tegen de ziekte van Lyme (in gebieden met gevaar voor besmetting)

Sommige dierenartsen adviseren voor een optimale bescherming van de rottweiler en dobermann een extra inenting tegen het parvovirus tussen de zestien en twintig weken. Vraag aan uw dierenarts of dit noodzakelijk is.

Wanneer moet uw hond opnieuw worden ingeënt?

Uw hond heeft booster vaccinaties nodig zodat hij langdurig is beschermd tegen gevaarlijke ziektes. Wanneer uw hond niet op tijd opnieuw wordt gevaccineerd kan hij besmet worden met een schadelijke ziekte. Het is belangrijk dat u uw hond opnieuw laat inenten, niet lang nadat hij zijn eerste vaccinaties heeft gehad.

Hondenziekte, parvovirus, hepatitis	Puppy’s moeten een jaar nadat ze hun vaccinatieschema hebben doorlopen gedurende minstens drie jaar elk jaar opnieuw worden ingeënt
Para-influenza	Alle honden moeten ten minste eens per drie jaar opnieuw worden ingeënt
Kennelhoest	Honden in een omgeving met een hoog risico moeten jaarlijks of zelfs om de zes maanden opnieuw worden ingeënt (kennels laten honden die niet goed zijn gevaccineerd niet toe)
De ziekte van Lyme	Honden in een omgeving met een hoog risico moeten elk jaar, voor de aanvang van het tekenseizoen, opnieuw worden ingeënt
Leptospirose	Honden in een omgeving met een hoog risico moeten elk jaar opnieuw worden ingeënt
Canine Influenza	Alle honden moeten elk jaar opnieuw worden ingeënt

Hoe worden vaccinaties aan honden gegeven?

De meeste vaccinaties worden door middel van een injectie in het nekvel toegediend. Het vaccin tegen kennelhoest wordt meestal gegeven in de vorm van een neusspray, al zijn er injecties beschikbaar voor honden die dit te onplezierig vinden. De neusspray geeft echter onmiddellijke en langdurige bescherming.

Bijwerkingen van vaccinaties

Er treden zelden bijwerkingen op als gevolg van inentingen. Wanneer u zich toch zorgen maakt, moet u uw zorgen over de gezondheid van uw hond met de dierenarts bespreken. Het is belangrijk te begrijpen dat de bescherming tegen mogelijk levensbedreigende ziektes eventuele bijwerkingen teniet doen.