Door grote vraag is er momenteel een wachttijd. Bezoek voor meer informatie de pagina Verzending & bezorging.

De geschiedenis van de bij

De honingbij is een bijzonder geraffineerd insect dat over miljoenen jaren is geëvolueerd. De oudste restanten van een bij die onderzoekers hebben weten te vinden komen uit Myanmar. Deze oeroude bij werd gevonden omsloten in barnsteen, en is gedateerd als 100 miljoen jaar oud. Het is aannemelijk dat de honingbij oorspronkelijk uit het Verre Oosten afkomstig is. In die tijd waren bijen meer zoals wespen, die andere insecten aten in plaats van nectar en pollen. Het is onduidelijk wanneer het precies was dat bijen besloten om aan een vegetarisch dieet te gaan. Maar gezien de keuze tussen het eten van een vlieg en heerlijk zoete nectar uit een kersenbloesem in volle bloei, was het misschien niet eens zo’n heel slechte keus.


A_Honeybee_collecting_nectar_from_the_flower_to_take_back_to_its_beehaus
A Honey Bee collecting nectar from the flower to take back to its beehaus

Vandaag de dag zijn bijen verspreid over de hele wereld en zijn er ongeveer 20,000 soorten bijen. Deze variëren van een bijna 4cm lange, bladsnijdende soort behangersbij, tot een minuscuul bijtje dat amper 2mm haalt. De honingbij is maar één van deze soorten. De meeste bijen leven zelfs niet eens in kolonies maar verkiezen een solitair bestaan. Het zogenaamde “Vosje”, bijvoorbeeld, maakt nestjes in zanderige grond, net als echte vossen.

Naast het bestuiven van gewassen zijn bijen grotendeels verantwoordelijk voor de grote verscheidenheid aan bloemen waar wij in onze prachtige wereld van kunnen genieten. De meeste bloesemende planten kunnen zichzelf niet bestuiven en bestuiving met behulp van de wind is erg inefficiënt, met als gevolg dat bloemen zijn geëvolueerd met felle kleuren, patronen, en heerlijk voedzame nectar, om bijen aan te trekken en te verzekeren dat ze werden beloond met dergelijke bijen-bestuivingsdiensten. De bijen drinken de nectar en transporteren deze in een speciale honingmaag terug naar de korf om met de koningin te delen, natuurlijk, maar ook om de korfbijen en de larven die weer nieuwe bijtjes hopen te worden.

Voor de vroege mens was het ontdekken van honing bijna net zo revolutionair als de ontdekking van het vuur. En voor de vroege jager-verzamelaar die nog geen imkerpakken en imkerkappen hadden uitgevonden was het verzamelen van honing misschien wel even pijnlijk als het oppakken van een brandende tak. Maar het was de pijn en dapperheid waard, want ook toen was de mens blijkbaar al een zoetekauw.

Honing was in de klassieke oudheid de meest belangrijke zoetstof bij het bereiden van voedsel en alcoholische dranken. Zo belangrijk zelfs dat ouders hun kinderen naar de bij vernoemden. Zowel Debora en Melissa betekenen “bij”, respectievelijk in het Hebreeuws en in het Oudgrieks. Voor meer dan 100.000 jaar was honing zeer gewild, niet alleen om te zoeten maar ook om bederf tegen te gaan. In het oude Egypte en Midden Oosten werd honing zelfs gebruikt om hun doden te balsemen.

Vroege bijenkorven waren vaak niet veel meer dan een simpelweg ondersteboven gezette strooien mand of een uitgeholde boomstam, en waren niet ontworpen voor gebruik voor een lange periode. De honing kon niet worden verwijderd zonder het vernielen van de korf, en met de korf de kolonie. Het systeem werkte alleen maar als de kolonie genoeg bijen kon produceren om een zwerm te creëren, die vervolgens kon worden gevangen en weer honing kon verschaffen in het volgende jaar. Anders moest elk jaar weer een nieuwe zwerm worden gevangen. De wereld was hard toe aan een manier op dezelfde bijenkolonie jaar na jaar te kunnen blijven houden, zodat meer honing kon worden geproduceerd, en de bijenstal kon worden uitgebreid.

De doorbraak in het houden van bijen kwam van een man met de naam Lorenzo Langstroth. Hij leerde van een kennis dat bijen een gangpad van een paar millimeter vrij hielden binnen de korf, de zogenaamde “bijenruimte”. Als een opening de juiste breedte had, werd die zelden opgevuld met bijenwas of propolis (een soort bijenlijm). Met deze wetenschap wist Langstroth een bijenkorf te ontwikkelen met losse ramen voor de honingraat. Hierdoor kon de imker de ramen verwijderen zonder de korf te vernielen. Bovendien maakte het nieuwe ontwerp het mogelijk om de groei kolonie meer te sturen, zodat deze groter en beter kon groeien. Langstroth’s ontdekkingen worden vaak genoemd als het startpunt van de moderne vorm van bijenhouden.

Reacties

Klara, 27 maart 2021

Super handig en leuke site